In een rustig seniorengalopje huppelen Nokky en ik langs het Noord Willemskanaal. In de verte zie ik iets drijven. Hoe dichterbij we komen, hoe harder mijn hart begint te slaan. Het zal toch niet waar zijn? Moet daar iemand gered worden? O nee, gelukkig, het is slechts een gedumpte sexpop in een bizar verwrongen houding dobberend in het koude water. Brrrr.
Op de weg van de stal naar huis rijd ik langs de zagerij, ik heb een plank nodig voor een project. Ik zie een mooi stuk Linde met een prijsstickertje van 27 euro erop. De Houtmeester wil hem wel even voor mij schaven. Ondertussen komt een ander klant binnen. De Houtmeester stopt de schaafbank en zet de plank rechtop. “Dat is een mooie plank”, zegt de andere klant, “en een nog mooiere vrouw, is die ook te koop?” Hij vorst mij van top tot teen. “ Ik heb geen prijsstickertje hoor”, probeer ik snedig te antwoorden. De man is niet onder de indruk en vraagt of ik nog een moeder heb. Verbouwereerd antwoord ik “ja”. “ misschien kan ik jou dan wel van haar huren”. Brrrr.
Die middag zijn mijn man en ik op een blaarkoppenboerderij om te kijken of we samen met de boer een verantwoord lokaal voedselsysteem op kunnen zetten. De koeien hebben een fijne potstal en er is een doorschuifsysteem van ossen die aan de beurt zijn voor de slacht. Op het laatste station staat een eenzame koe. Nog een week en dan is ze aan de beurt. Mijn man bekijkt de koe van kop tot teen. Die blik heb ik vandaag eerder gezien. Brrrr.
Misschien moet er toch iemand gered worden.