Het is grappig dat meestal als we zeggen dat iets grappig is, dit vaak helemaal niet grappig is. Dikwijls ben je niet geamuseerd maar eerder verbaast, verward, ben je het er niet mee eens, of wil je gewoon zèlf iets zeggen in plaats van naar de ander te luisteren.
Soms zeg ik het ook wel eens tegen mezelf: “grappig dat ik van een vlinder niet verwacht dat zij mee doet aan een wedstrijdje gewichtheffen, maar dat ik wel van mezelf verlang dat ik acht uur achter elkaar kan werken, ondanks dat ik een handicap heb”. Ik aanvaard blijkbaar de beperkingen van ‘een vlinder zijn’ zonder enig probleem, maar mijn eigen beperkingen zijn ineens niet meer logisch, eerder iets negatiefs. Das best lastig.
Mijn beperkingen en mijn vasthoudendheid deze beperkingen te negeren, zorgen ervoor dat ik regelmatig op het randje van de afgrond balanceer; Keihard werkend om overeind te blijven.
Na een veel te lange fietstocht, wanhopig zoekend naar genoeg energie om thuis te komen, stopte ik in een café midden op de Veluwe om op adem te komen. Op de muur staarde de volgende spreuk mij met koeienletters aan:
Aan de rand van de afgrond heb je het mooiste uitzicht
Grappig hoe mijn beeld van mezelf in één seconde totaal veranderde.
Hard werk geeft vaak meer energie
Grappig, had ik zelf wel bij willen zijn…
Mooi stukje! Helemaal van toepassing op mij. Grappig… (mijn favo stopwoordje)