Auw! Ik krijg zomaar uit het niets een schop tegen mijn scheen aan. Als ik onder de tafel kijk zie ik mijn neefje staan. Hij kijkt mij met grote ogen aan. Afwachtend op mijn reactie. Ik pak hem onder de tafel vandaan en geef hem een dikke knuffel.

“Ik ben van de knuffels en kusjes, goed? Niet van het schoppen en slaan. Als je wilt vechten ga je lekker met je broertje stoeien”. Blij rent hij naar mijn grote neefje en begint hem uit te dagen tot een kussengevecht.

Ik moet altijd enorm wennen aan die jongensenergie. Bij mij thuis zijn de vrouwen verreweg in de meerderheid. Mijn eigen dochter, twee stiefdochters en onze poes; allemaal van het vrouwelijke geslacht. Gelukkig heb ik nu wel een manier gevonden om de jongensenergie te begrijpen. Het zijn gewoon hengstenveulens.  Er moet gevochten, gebeten, getrapt en geschreeuwd worden. De energie moet eruit, net als in de wei. Dan is het ineens prachtig om naar te kijken.

Er zijn onderwijskundigen die vinden dat je jongens en meisjes apart les moet geven vanwege dit woeste veulengedrag. Jongens zouden meer baat hebben bij bewegen, competitie en vooral veel doen. In Tilburg zijn ze zo ver gegaan om daadwerkelijk de meisjes en jongens een jaar van elkaar te scheiden, als proef.

Arme jongens die geen woeste hengstenveulens zijn. Die liever, net als de meeste meisjes, graag willen lezen en veel leren, hard werken, zalig met je neus in de boeken. Deze groep wordt hierbij veroordeeld in een klas te zitten waar hun energie totaal niet bij past. Het lijkt mij sowieso onnozel om mensen te scheidden die later in de maatschappij juist met elkaar moeten kunnen samenwerken. Maar als je dan toch perse een onderscheid wil maken. Deel groepen dan niet in naar geslacht, maar naar leerstijl. Dan komen de woeste dames ten minste ook aan hun trekken.