Vandaag kijk ik met nieuwe ogen rond. Lopend door het park pakt mijn dochter een gevallen tak van de rode beuk op. Ik weet echt wel hoe een rode beuk er uit ziet. Ik ben immers een dochter van het platteland. Spelend opgegroeid rondom een eeuwenoude beuk in de botanische tuin.

Vandaag zie ik voor het eerst hoe wonderschoon de bloeiende beuk is. Hoe teer de zachtrose kleur en de ragfijne haartjes van de bloesem. De nerven schemerend groen. Langzaam hoekig uitvouwend. Ik ben betoverd. Waarom heb ik dat nooit eerder gezien? Ik heb gewoon nooit echt goed gekeken. Ik nam de beuk voor waar aan, verwachtte niet iets nieuws of verrassends te zien. ik was er niet meer nieuwsgierig naar. Insluipende gewoonten en aannamens zijn een dodelijk gevaar voor nieuwsgierigheid.

Special begon een paar weken geleden met haar hoef te stampen bij het opzadelen. De stamp werd langzaam een trap richting de singel. Dit gind zo geleidelijk dat ik er niet de nodige aandacht aan gaf. Een paard (zeker een merrie) kan het heel vervelend vinden om aangesingeld te worden. Dat is wel vaker zo. In mijn hoofd had ik dus een logische verklaring voor haar gedrag bedacht.

Vervolgens ging ik met haar gedrag aan de slag. Belonen als ze het niet trapte, overnieuw aansingelen als ze wel trapte. Tot ik tijdens een massage van haar rug merkte dat ze op één plekje helemaal ineenkromp. Een dikke knoop bovenop haar grote rugspier zat haar behoorlijk dwars. Een week zonder zadel en veel gymnastische oefeningen later was de knoop weg. Special trapt niet meer naar haar singel. Ik heb mij laten leiden door mijn automatische piloot. Ik heb alleen aandacht besteed aan het symptoom zonder op zoek te gaan naar de oorzaak. Ik vergat nieuwsgierig te zijn.