Midden in de volle zomer verlang ik plots heel even naar de winter. Als de wereld in één nacht een nieuw gezicht laat zien, is Nokky altijd dol van vreugde. Met opgeheven staart en uitgestrekte nek duwt hij in een gedragen draf zijn neus schuivend door de witte massa. Hij briest luid, springt als een veulen in het rond en laat zich dan plotsklaps vallen om uitbundig te rollen. Vrolijke sneeuw.
De kinderen op school lukt het niet stil te zitten. Verlangend kijken ze naar buiten waar een paar ouderejaars een tussenuur vieren door een enorme sneeuwbal te rollen. “Wie zou daar in zitten”, roept een jongen door de klas, waarop iedereen lacht. Op het schoolplein vliegen de sneeuwballen om je oren. Met twinkelende ogen vraagt een leerling of ik mee doe met een sneeuwgevecht. Uitdagende sneeuw.
In het bos zijn geen paden meer te bekennen. De bomen steken statig uit een wit tapijt. De gedachte: “waar moeten we lopen?’, wordt vervangen door de heerlijke gedachte ons eigen pad te volgen. We zien delen van het bos die we nooit eerder hebben gezien. We volgen het spoor van een konijn, lopen over de dichtgevroren vijver. We voelen ons vrij. Magische sneeuw.
De sneeuw helpt ons de vicieuze cirkel te doorbreken. Want:
Als ik blijf kijken, zoals ik altijd heb gekeken
Blijf ik altijd denken, zoals ik altijd dacht
Als ik blijf denken, zoals ik altijd heb gedacht
Blijf ik geloven zoals ik altijd heb geloofd
Als ik blijf geloven zoals ik altijd heb geloofd
Blijf ik doen zoals ik altijd heb gedaan
Als ik blijf doen, zoals ik altijd heb gedaan
blijft mij overkomen wat mij altijd overkomt
Geniet van alle nieuwe paden die je op je weg tegen komt. Wie weet waar ze je naar toe leiden.
ik voel me ten zeerste vereerd dat een simpele gedachte van mij zo tot zo iets moois kan uitgroeien
Het gedicht prachtig door dit beeldverhaal neergezet!
Lieve groet, Jannet
Dank je wel Heike, dit mooie verhaal van jou had ik net even nodig !
warme groet Marianne