“Nou doeg”, zegt de verpleegster terwijl ze mijn man met bed en al ferm de hoek om draait. Hij knipoogt traag van de medicijnen een afscheidsgroet. Verloren blijf ik achter in de gang. Mijn jas over mijn arm, mijn hart weifelt in mijn borst.

Mijn voeten vinden de weg naar de brasserie op de begane grond waar een bonte stoet aan paradijsvogels in en uit vliegt terwijl ik de rust van het lange wachten zoek. Een bejaard echtpaar deelt de ruimte. Haar rug is gebogen. Ze kijkt uitzichtloos.

Universele wijsheidHij pakt haar tere hand en is de wijze sjamaan als hij zegt:”verbind jezelf met de blauwdruk van je ziel. Vul jezelf met de lichte energie van de kosmos. Laat je zware energie afvloeien naar Pancha Mama”.

Hij is de wetenschapper die haar verteld dat positief denken ervoor zorgt dat je hersenen endorfines aanmaken die je gelukkig maken en het leed verzachten.

Hij is de priester die de troost en de liefde van Maria biedt. Haar laat baden in het licht van de engelen.

Hij is de nuchtere Groningse boer die de universele waarheid in een enkele zin verwoord: “Denk maar liever aan iets leuks, schat”