De coachee heeft de pony het halster omgedaan in de stal. Samen lopen ze naar de wei. In de wei doet de coachee het halster af. De pony rent meteen hard weg en wil niet meer bij de coachee komen. Hoe vriendelijk ze het ook vraagt. Er blijft constant een afstand van minimaal 25 meter tussen haar en de pony.
“Dit voelt verdrietig. Ik wil graag vrienden met hem zijn, maar hij wil niets van mij weten. Ik heb het idee dat ik iets fout doe, maar ik weet niet wat. Dit gevoel heb ik vaker. Ook op mijn werk is er soms afstand tussen mij en mijn collega’s en dan weet ik niet wat ik gedaan heb, maar het is vast niet goed. Mijn verstand zegt dat er niets aan de hand is, dat ik het niet zo groot moet maken. Mijn gevoel zegt me dat ik slecht ben en dat gevoel houdt heel lang aan. Soms zit ik er wel dagen mee. Het lukt me niet het gevoel kwijt te raken”.
Het lichaam van de coachee lijkt kleiner en meer voorovergebogen als ze dit verteld. Haar energie stroomt uit haar weg. Het voelt inderdaad heel verdrietig.
“Waar in je lichaam is dit gevoel het sterkst?”, vraag ik haar.
De coachee legt haar handen op haar buik.
“Zou je je ogen willen sluiten en je voor stellen dat je vanuit je voeten met een lift omhoog gaat naar dat punt in je buik waar je gevoel het sterkst is?”
De coachee knikt en sluit haar ogen.
“Stel je voor dat je uit de lift stapt en kijk om je heen. Wat zie je?”
De coachee is een tijdje stil. “Ik zie een meer. Het is spiegelglad en ligt hoog tussen bergen in. Van alle kanten komen er stroompjes water die het meer vullen. Het meer is diep en wordt steeds voller. Het is een stuwmeer. Er ligt een enorme dam aan het einde”.
“Wat bevalt je aan dit beeld?” Vraag ik haar.
“Het is er stil, de zon schijnt, maar het is heerlijk koel. De lucht is helder. Ik kan heel ver kijken”.
“Wat zit je dwars in dit beeld?”
“Dat het meer stilstaat, het stroomt niet, er zit geen beweging in”.
“Als je wilt kan je je ogen weer open doen”, stel ik de coachee voor.
De coachee opent haar ogen en kijkt recht in de ogen van de pony. De neus van de pony hangt stil ten hoogte van haar buik. De coachee schrikt er een beetje van, maar blijft toch rustig staan.
“Wat wil de pony je vertellen”, vraag ik de coachee.
De vrouw zucht diep. “Ik mag de dam openzetten, alles mag door mij heen stromen, positieve en negatieve gevoelens, ze mogen zich in mij vermengen en doorstromen als ze gekend zijn”.
Dank je wel.